woensdag 1 augustus 2007

De taalkundigheid van Amsterdammers (en die van de rest van Nederland).

Toen ik in de derde klas van de middelbare school zat kreeg de hele klas van onze lerares Nederlands een A4-tje met daarop zinnen die afkomstig zijn uit brieven die door de jaren heen naar de Amsterdanse Gemeentelijke Huisvesting zijn gestuurd.
En ik heb wat afgelachen in de klas. Ik geloof dat de lerares mij meerdere malen heeft gevraagd om mijn mond dicht te houden. Tsja, dat ging niet echt goed geloof ik.
Echt, ik weet dat mijn spelling van geen kant klopt en mijn spreekwoorden/gezegdes voor heel wat hilariteit zorgen, maar deze zinnen, dat kan zelfs ik niet verzinnen!

De handleiding: Gelieve hierbij de juiste Amsterdamse sfeer/uitspraak erbij te denken.

-Mijn 15 jarige zoon slaapt noodgedwongen bij mijn 13-jarige tweelingszusje op de kamer.
-Mijn vochtontwikkeling in de huiskamer is niet om te harden.
-Effe leg ik mij neer om U enkele letters toe te dienen.
-Mag ik ruilen met mijn overbuurman daar die man weduw is en geen kinderen heb.
-Ik heb een lekkaasje op zolder en dat is naar beneden gekomen.
-Ik vraag U niet om een woning, want dat heb ik al, daarom vraag ik U om een andere woning.
-De hond blaft de hele avond door en met de kat is hetzelfde geval.
-De drollen drijven door de gang, daar moet in gegrepen.
-Het vijfde kind is op komst en staat voor de deur.
-Ik zit uit nood in een onverklaarbare woning.
-Mjin man loop met brongieters en mijn borsten piepen ook.
-Ik moet elke dag bevallen, en zodoende wordt mijn woning te klein.
-Ik ben zomers uitgeleverd aan een ijswagen en 's winters aan de steun.
-Ik zou graag een aanval op uw goedheid doen.
-Weleerwaarde heer burgemeester, hiermee kom U een aanzoek doen, en wel voor een andere woning.
-Reeds ruim zes jaar ben ik getrouwd me een kind van 2 jaar.
-Mijn buurman stinkt naar gas, ik denk dat hij een lek heeft.
-Ik eis dat ik net zo opgeschilderd wordt als mijn buurman.
-Met eerbiedig beschuldigen richt ik mij tot uw hoogheid.
-De WC is lekt, aangezien wij er met ze dertienen wonen.
-Die woning is veel te klein, want ik krijg er ieder jaar een kind bij, meneer de burgemeester daar moet U toch wat aan doen.
-Wilt u naar mijn bovenkamer laten kijken, die zit vol beesten.
-Wilt u het zaakje van mijn buurman eens goed onderzoeken, want er zit een luchtje aan.
-Het vocht dringt door de muuur van de slaapkamer van mijn schoonmoeder, die helemaal beschimmeld en verrot is.
-U kunt vcelen dat mijn geval niet in orde is, doet U dat eens.
-Ik wil mijn gat gedicht hebben, ik heb er last van.
-Ik ben heus niet iemand die zijn gas zomaar laat vliegen.
-Aan de ene kan ben ik in verwachting en aan de andere kant regent het in.
-Vroeger deed ik een hoop op de kachel, nu moet ik het op gas doen.

Geen opmerkingen: