woensdag 10 september 2008

Typering

We kregen vandaag op school een schrijfopdracht: beschrijf je kamer. Hier het resultaat.


De deur van mijn kamer is spraakmakend voor de kamer. De poster hangt scheef en zit een scheur in, op de deur zitten vlekken: die gaan er niet meer af. De deur is meestal dicht, omdat het aanzicht van mijn kamer nog ondraaglijker is.

De vloer ligt bezaait met kleding, en andere ‘dingen’: pennen, papiertjes, zakdoekjes, aankoopbonnen, batterijen, plasticzakjes, etc. Ik kan nog wel even doorgaan. Onder mijn bed, die net wat hoger is dan normaal omdat het een bovenste gedeelte van een stapelbed is, liggen stofwolken. Ik stofzuig echt wel, maar binnen een week liggen ze daar gewoon weer. Ik kijk onder mijn bed en zie enkele tijdschriften en boeken op de grond liggen, die zijn naar beneden gevallen en liggen daar al weken. Die liggen daar wel goed zo. Die laat ik lekker liggen. Anders moet ik bedenken wat ik er mee moet.

Het bureau ligt vol met schoolspullen, kranten van de afgelopen weken en, verrassing, kleding. Laat we het hier bij houden met wat er op mijn bureau ligt. Het slaapkastje ligt vol met verzorgingsproducten, tig. In de stellingkast ligt alles waarvan ik niet weet wat ik er mee moet: een gekleid beertje van de basisschool waar ik geen afscheid van kan nemen en een schattig poppenjurkje bijvoorbeeld. Binnen al die nutteloze rotzooi is er ook een plank, daar kijk ik graag naar, die is speciaal. Alles met een speciale waarde, herinnering, gevoel of emotie ligt op die plank: een kangeroo-botje uit Australie, een geluksmuntje van een vriendin, een lief kaartje van een andere vriendin, lava van de Etna. Het is allemaal bijzonder. Maar toch ook wel een beetje chaotisch ook zo allemaal bij elkaar.

Als ik zo om mij heen kijk is het allemaal heel veel: een paarse muur, een roze kast, een blauwe vloer, een oranje bedtafeltje en vier muren vol met posters. Druk zou je het kunnen noemen. Een mooie weergave van mijn persoonlijkheid. Anders dan dit zou niet kunnen.

Geen opmerkingen: